De laatste jaren is het aantal inbraken in Nederland fors gedaald. Dat is een goede zaak want de gevolgen van een inbraak kunnen enorm zijn. Over het algemeen maakt men zich nog het minste druk om de materiële schade. Er wordt een tablet gestolen, je bent een dag bezig om alle rommel op te ruimen en het is een boel geregel met politie en verzekering, maar uiteindelijk zal de meeste schade wel vergoed worden dankzij de woonzekering. Het gaat echter bij veel mensen waar is ingebroken vooral om de psychische nasleep. Je bent het vertrouwen in je woning kwijt: je voelt je er niet meer veilig. En dan hebben we het nog niet eens over de erfstukken van naasten die soms gestolen worden. Nee, een inbraak kun je het beste maar zien te voorkomen. Maar hoe doe je dat eigenlijk?
Verlichting schrikt inbrekers af
Veel inbraken worden in de nachtelijke uren gepleegd. Vaak weten inbrekers als de beste wanneer er niemand thuis is en wanneer de kans op een goede buit dus het grootst is. Inbrekers hebben eigenlijk zelden echt een voorkeur voor een bepaalde woning. Over het algemeen is het de inbreker om het even of hij bij woning A of bij woning B inbreekt, zolang de kans op een goede buit maar groot is. En dat is dus precies waar je wat aan kunt doen om de kans op een inbraak zo klein mogelijk te maken. Je kunt die kans op een goede buit namelijk verkleinen. Eén van de manieren om dat te doen, is door veel verlichting op te hangen. Inbrekers houden er uiteraard niet van om gepakt te worden en veel licht is een manier om de pakkans te vergroten. Wanneer je dus voor veel licht zorgt, slaan inbrekers doorgaans met alle plezier jouw woning over. Voor jou zijn er tien anderen te vinden waar het wel donker is.